Tsunami

Tsunami's zijn grote vloedgolven die ontstaan door zeebevingen.
Zeebevingen zijn aardbevingen op de bodem van de zee.
Zeebevingen en aarbevingen ontstaan door platen van de aarde.
Dat zit zo, de aarde bestaat uit 3 lagen: de kern is het middelste van de aarde, dan heb je de mantel, in de mantel zit magma.
De magma is een stroperige vloeistof die beweegt. Dan heb je de aardkorst, deze is in stukjes gebroken.
Doordat de magma beweegt, beweegt de aardkorst ook. (zie stukje aardbevingen)

Als die platen op de zee botsen krijg je een schok. Door die schok gaat het water heel hard trillen,
Doordat het water trilt krijg je hoge golven, die golven worden steeds hoger en hoger.
Op een gegeven moment komt de golf bij land aan, bij de kust want de kust ligt aan zee.
Maar een kustlijn loopt meestal omhoog. Want als jij in de zee gaat zwemmen, val je niet gelijk een paar kilometer naar beneden.
Bij het strand is de bodem ondiep en hoe verder je de zee in gaat hoe dieper het word.
De oplopende kustlijn is een schans voor de tsunami, de tsunami gaat daardoor nog harder.
Als de tsunami aan land komt richt hij veel schade aan maar omdat hij weer terug gaat neemt hij allemaal dingen mee,
Maar dan komt hij weer aan land en richt nog maar schade aan, gaat weer terug en komt nog een keer.
Hierdoor richt een Tsunami heel veel schade aan.

Hoe ziet een Tsunami eruit?

Een Tsunami en een zeebeving komen vaak samen, een tsunami is ook een gevolg van een zeebeving (een beving op zee)
Als je een Tsunami meemaakt heb je eerst een zeebeving dicht aan land voel je dat de aarde trilt.
Die zeebeving kan wat schade op het land aanrichten, maar dan komt een Tsunami.
Ze zeggen dat eerst het lijkt dat de zee verdwijnt, dat je alleen maar strand ziet. Dat er allemaal dode vissen op het strand liggen.
Maar dat dan de zee terug komt en aan land komt en alles laat verdwijnen.
Ze zeggen ook dat je op zee niks voelt van een Tsunami, dat hij alleen schade op land aan kan richten